Deze gebreide zomer top is echt super simpel te breien. Staat geweldig op een zomerse jeans of witte spijkerbroek. Je kan hem met een mooie BH eronder dragen of met een zelfde kleur hemdje. Als je recht en averecht kan breien is het “a piece of cake”!

Ik heb gebruikt: 4 bollen Lang Yarns Ella, breipennen no. 5 en een haaknaald no. 5

Ik heb mijn maat (38) gebreid.

Ik heb eerst een proeflapje gemaakt en ik had 20 steken op 10 cm in de breedte. Daarna heb ik een tekening gemaakt van hoe ik mijn top wilde hebben. Ik wilde de onderkant breeder dan de bovenkant, omdat ik mijn buikje wil verdoezelen. Normaal maak ik mijn panden 50 cm breed, maar nu ben ik begonnen met 55 cm. Als ik 55 cm breedte wil hebben aan de onderkant dan begin ik dus met 110 steken op te zetten. Want even rekenen: 10 cm is bij mij 20 steken, dus 55 cm is 5,5 x 20 = 110 steken. Dus maak een proeflapje en reken uit hoeveel steken jij op moet zetten voor jou gewenste breedte maat (aan de onderkant).

Dan bepaal je hoe breed je de top wilt hebben op okselhoogte, bij mij was dat 45 cm. Dit zijn 4,5 x 20 = 96 steken. Dat houd dus in dat ik gedurende het breien van het pand van 110 steken naar 96 steken moet minderen. Dat zijn dus 14 steken verdeeld over 2 zijkanten, dus 7 keer aan beide kanten 1 steek minderen. Maar om de hoeveel cm hoogte doe je dat minderen? Dan moet je eerst bepalen hoe lang je het pand wilt maken. Ik wil een pand van totaal 65 cm hoogte. Voor de arms gaten houd ik het liefste iets van 22 cm aan. Dus mijn oksel begint bij 65 cm – 22 cm = 43 cm. Ik moet dus 7 x minderen verdelen over die 43 cm. De 7e mindering wil ik niet precies bij de oksel hebben maar een stukje daaronder dus ik deel de 43 cm door 8 = 5,375. Ik heb dat afgerond naar boven dus ik ga elke 5,5 cm aan beide kanten een steek minderen.

Voorpand: Zet 110 steken op (voor maat 38) en brei 2 of 3 ribbels = 4 of 6 pennen recht. Na de ribbels een teruggaande naald averecht breien. Daarna telkens 3 toeren recht en 1 toer averecht breien. Zo ontstaan de ribbels in het werk. Na elke 5,5 cm aan beide kanten van het werk 1 steek minderen door 2 steken vanaf de kant samen te breien. Als er nog 90 steken over zijn niet meer minderen. Bij iets van 62 cm totale hoogte nog 3 cm ribbels breien (alleen nog recht breien dus). Daarna de laatste toer alle steken losjes afkanten.

Het meten van het breiwerk doe ik altijd met samen gevouwen pennen. Ik brei dan tot halverwege en leg de breipennen op elkaar, het werk dubbel dus. Dan plat neerleggen en de lengte meten.

Rugpand: Deze hetzelfde breien als het voorpand.

Omdat dit rekbare werk heel moeilijk te meten is, heb ik, toen ik het rugpand bijna klaar had, de panden even met een dikke draad luchtig aan elkaar gestikt. Ik heb het werk eerst met spelden hier en daar vastgezet en toen met de dikke draad een grote stiksteek gemaakt langs de zij naden. (Dit haal je er later ook heel gemakkelijk weer uit.) Dan pak je het werk aan de onderkanten vast en houd je het ondersteboven. Dan voorzichtig plat neerleggen op de bank of zo (vlakke ondergrond). Zo kan je het beste beoordelen of je panden even lang zijn voordat je gaat afkanten. Ik heb het 2 keer uit moeten halen omdat mijn pand niet lang genoeg was dus ik wil je aanraden om dit zeker even te doen. Het bespaart je een hoop werk.

Als beide panden klaar zijn, maak je de schouder naden aan elkaar met een platte stiksteek. Ik heb voor de hals 26 cm open gelaten. Nu ook de zij naden aan elkaar zetten met een platte stiksteek. Voor de armsgaten iets van 22 tot 25 cm (naar wens) open laten.

Je zou de top nu zo kunnen laten, maar ik heb er nog een paar korte mouwtjes aangehaakt. Ik heb met haaknaald no. 5 langs de mouw opening vasten gehaakt met tussen elke vaste een losse. Dus *1 vaste, 1 losse, een steek overslaan*, ** dit herhalen.

Ik heb ongeveer 36 vasten gehaakt (met lossen ertussen) per mouwopening. Hierna heb ik gewoon in het rond gehaakt zonder elke toer af te sluiten. Je haakt vanaf toer 2 de vasten om de lossen van de vorige toer. Ik heb in toer 2 ter hoogte van de oksel tussen 3 vasten de lossen weggelaten. Daarna haak je in elke volgende toer hier dus 3 vasten naast elkaar zonder lossen ertussen. De rest van de toer gewoon telkens *1 vaste, 1 losse, 1 steek overslaan*. Ik heb in totaal 11 toeren gehaakt en de laatste steek is een slip stitch (lus ophalen en direct doorhalen door de lus op je haaknaald). Draad afknippen en netjes wegwerken.

Ik heb een lange draad laten zitten en deze met een borduurnaald richting de begin draad geweven. Dan een dubbele knoop maken met deze 2 draden en daarna nog een gezamenlijke knoop maken (met 2 draden dus). Bij deze gezamenlijke knoop leg ik de borduurnaald in de lus en trek dan pas de knoop aan tot aan de borduurnaald. De borduurnaald eruit trekken en met je nagel de knoop stevig vast duwen. Dan de draden op ongeveer 2 cm vanaf de knoop afknippen. Ik doe dit eigenlijk met al mijn draadjes. Zo gaan ze nooit los en heb je op de duur ook geen last van uitstekende draadjes.

Het garen voor dit patroon heb ik gekocht bij Wolplein.