Ja wat doe je als je koude voeten hebt en een knotje wol over? Het ligt er een beetje aan wat voor knotje wol je over hebt, maar ik had een heel gezellig kleurtje over en dan krijg je hele gezellige sloffen. 🙂
Deze sloffen heb ik gemaakt met haaknaald no.4 en een rest bol van Soft Melange (Zeeman). Door tijdens het haken de sloffen steeds te passen heb ik ze helemaal aangepast aan mijn voeten. Zo krijg je een uniek patroon voor jou voeten, maar de basis blijft hetzelfde. Dus welke bol wol je gebruikt en hoe jou voeten zijn maakt niet zoveel uit. Het is wel een patroon waar je je hoofd bij moet houden, EN je voeten 🙂
Ik ben begonnen met 10 lossen. Begin in de 2e losse en haak vasten. In de laatste losse haak je 3 vasten. Dan langs de andere kant van de lossen verder haken met vasten en eindigen met 2 vasten in de laatste steek. Nu heb je dus op elk uiteinde 3 vasten zitten. In het midden (de 2e vaste) doe je een steken markeerder. Aan beide uiteinden dus.
Vanaf hier ga je in het rond vasten haken. Ik heb niet elk toer gesloten maar gewoon door gehaakt. De steken markeerders zijn dus heel belangrijk! In de 1e toer haak je aan beide kanten van de stekenmaarkeerders 2 vasten in 1 steek. In totaal maak je dus in deze (ronde) toer 4 meerderingen. De 2e toer haak je gewoon in elke steek een vaste. In de 3e toer haak je weer aan beide kanten van de steken markeerders 2 vasten in 1 steek (dus weer 4 meerderingen in totaal). Het is handig als je de steken maarkeerders elke toer meeneemt (dus verplaatst naar de toer waar je aan werkt). De 4e toer haak je weer gewoon in elke steek een vaste. Op deze manier blijf je meerderen totdat je grote teen helemaal bedekt is. Steeds even passen dus of het teen gedeelte al groot genoeg is.
Vanaf hier ga je verlengde vasten haken. (Insteken, lus doorhalen, omslaan, lus door alleen de eerste lus halen, nogmaals omslaan en de lus door de laatste lus halen). Voordat je hiermee begint verplaats je de steken markeerders naar de buitenzijden van de slof. Dit doe je door het teen gedeelte helemaal plat neer te leggen en dan de steken markeerders naar de buitenzijden verplaatsen. Bij mij scheelde dit slecht 1 steek ten opzichte van waar ik begonnen was met de markeerders. Zo weet je precies waar de “zij naden” van de slof zitten. Dit is belangrijk als je gaat minderen omdat je voet smaller is in het midden van de slof.
Terwijl je in de rondte verlengde vasten haak steeds even passen! Mijn voorvoeten zijn nogal breed, maar daarna worden ze smaller. Ik ben dus op een gegeven moment steken gaan minderen zodat de slof wel lekker om mijn voet heen zit. Dit doe je op de plek waar de markeerders zitten. Dus handig om deze elke toer mee te nemen. Op de plek van de markeerders haak je 2 verlengde vasten samen (insteken, lus doorhalen, omslaan, door de eerste lus halen, volgende steek insteken, lus ophalen, omslaan, door de eerste lus halen, omslaan, door alle drie de lussen halen). In zo’n toer maak je dus 2 minderingen in totaal (aan elke kant 1). De volgende toer haak je dan weer alleen maar verlengde vasten. Ik heb voor mijn slof 3 x moeten minderen. Je haakt dit deel net zolang door totdat je bij je wreef bent. Dat is waar aan de onderkant je hak begint en aan de bovenkant je voet hoger wordt. Zorg dat je de laatste toer eindigt aan een zijkant bij een steken markeerder.
Nu de wreef. Tel het aantal steken tussen de 2 steken markeerders, deel dit door 2 en plaats in het midden een steken markeerder. Het zou mooi zijn als je een oneven aantal steken hebt, want dan is het midden makkelijk te bepalen. Ik had een oneven aantal steken dus mijn midden bestond niet uit 1 maar uit 2 steken.
Verschuif de buitenste steken markeerders 1 steek opzij, naar het midden toe. Nu weer verlengde vasten haken. Dit deel (de wreef) wordt heen en weer gehaakt over alleen de bovenkant van de slof. In de 1e toer ga je meerderen op 4 plekken: links en rechts naast de middelste steken markeerder EN aan de binnenkant naast de buitenste steken markeerders. Dus je haakt 1 vaste, dan een vaste op de plek van de steken markeerder, dan 2 vasten in de volgende steek, dan vasten haken tot 1 steek voor de markeerder in het midden, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de steek van de markeerder, 2 vasten in de volgende steek, vasten haken tot 1 steek voor de markeerder, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de steek van de markeerder, eindig met 1 vaste. De 2e teruggaande toer haak je in alle steken verlengde vasten. Deze 2 toeren blijf je herhalen tot je wreef helemaal bedekt is. Steeds even passen om te kijken of je nog wel moet meerderen. Dat is bij elke voet natuurlijk anders. Eindig bij een steken markeerder aan de zijkant.
Dan de hak. Tel het aantal steken welke je hebt voor de hak (van de linkerkant van het wreef gedeelte onderlangs naar de rechter kant van het wreef gedeelte). Plaats een steken markeerder in de middelste steek(en). Ik had in totaal 24 steken beschikbaar voor de hak, dat heb in 3 delen verdeeld, dus 8 steken in het midden en 8 steken links en rechts daarvan. Let op! Het aantal kan bij jou dus anders zijn omdat je ander garen gebruikt. Je moet dus zelf even het hak gedeelte door 3 -en delen. De hak wordt gehaakt vanuit deze middelste steken en elke toer pakken we er links en rechts een steekje bij totdat we alle steken gebruiken. Klinkt een beetje ingewikkeld maar als je ermee bezig bent valt het wel mee. Het is misschien wel handig om ook een markeerder te plaatsen in de eerste en de laatste steek van dit midden gedeelte van de hak.
Je haakt nu vanaf het wreef gedeelte (waar je geëindigd bent bij een markeerder) in halve vasten naar de 1e steek van het midden deel van de hak toe. Als het goed is heb je hier al een markeerder geplaatst. Daar ga je beginnen met de hak. Haak een vaste in de steek waar de markeerder zit, dan 2 vasten in de volgende steek, dan vasten haken tot 1 steek voor de markeerder, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de steek van de markeerder. NU nog een halve vaste haken in de volgende steek van de basis toer. Je neemt er dus als het ware een steek bij. Het werk omkeren en terug haken: in elke steek een vaste en eindigen met een halve vaste in de volgende steek van de basis toer. Omkeren, 1 vaste, 2 vasten in de volgende steek, vasten haken tot 1 steek voor de markeerder, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de steek met de steken markeerder, eindigen met een halve vaste in de volgende steek van de basis toer. Omkeren, weer een toer alleen vasten haken en een halve vaste in de basis. Omkeren, 1 vaste, 2 vasten in de volgende 2 steken, vasten haken tot 2 steken voor de markeerder, 2 vasten in de volgende 2 steken, 1 vaste, een halve vaste in de basis. Je ziet al dat er een soort ronding ontstaat voor de hak. De volgende toer vasten haken en een halve vaste in de basis. Omkeren, 1 vaste, 2 vasten in de volgende 2 steken, vasten haken tot 1 steek voor het midden, 2 vasten in de volgende 2 steken, vasten haken tot 2 steken voor de markeerder, 2 vasten in de volgende 2 steken, 1 vaste in de steek van de markeerder, 1 halve vaste in de basis. Vanaf hier blijf je heen en weer haken en neem je elke keer een steek van de basis toer erbij. Tot je rondom je enkel uitkomt. Steeds even passen dus.
Nu weer in het rond haken met verlengde vasten, langs de enkel en de voorvoet. Eventueel onderweg wat minderen aan beide kanten van de enkel als je dat wilt. Ik heb 3 x aan beide kanten twee steken samen gehaakt om wat te minderen. Je kan de sloffen natuurlijk zo hoog maken als je zelf wilt. Bij mij zijn het echt van die slob sokken die je aandoet bij het tv kijken, dus ik heb ze kort gemaakt en als laatste toer een kreeften steek (achteruit vasten haken) gemaakt. Ze zitten lekker warm en ik wordt vrolijk van mijn kleurrijke sloffen.
Heel veel succes!!!