Hallo Allemaal,

Ik ben begonnen met het plaatsen van een foto van mijn gebreide top op Facebook. Een heerlijke jeans blauwe top van glanzend garen met slechts 1 patroon strook. Hij is mooi van simpelheid.

De Top heb ik gebreid met het garen welke bij het patroon hoort, dat is Sam Remo van Katia op pen no. 5

Ik heb me alleen niet geheel aan het officiële patroon van Katia gehouden. In het officiële patroon valt de halslijn net zo laag als het voorpand en ik houd niet zo van een lage rug dus heb ik deze hoger gemaakt. Ook is bij het officiële patroon het achterpand een stuk langer dan het voorpand. Dat heb ik dus ook niet gedaan, ik heb deze gelijk gehouden.

Dan komen we bij de afwerking van de hals en de armsgaten. In het officiële patroon gebeurd daar niets mee, ik heb ze afgewerkt met een gehaakte rand.

Vele zijn inmiddels druk bezig om deze top te breien en ik heb jullie beloofd om op dit blog te beschrijven hoe ik de hals en armsgaten heb afgewerkt.

Gebruik hetzelfde garen en haaknaald no. 5                                                                                             De afwerkrand bestaat uit slechts 2 toeren en wordt gehaakt met vasten en lossen. Begin bij de armsgaten in de oksel. Daar neem je een lus op, haak je een losse en dan een vaste, dan een losse en weer een vaste, losse en weer een vaste, losse en weer een vaste……….enz. Tussen de vasten laat je een kleine ruimte, je doet alsof je een steek overslaat. Je sluit de toer met een halve vaste in de eerste vaste. Doordat je niet alleen maar vasten haakt, maar ook lossen daartussen, krijg je een lekker soepele afwerkrand. Tijdens het haken van deze eerste toer kijk je steeds even tussendoor of je werk mooi plat langs de rand van het armsgat ligt. Als de afwerkrand gaat bollen heb je te weinig ruimte tussen de vasten gelaten. Als de rand gaat trekken (waardoor het armsgat kleiner wordt)  dan heb je teveel ruimte tussen de vasten gelaten. Het voordeel van een afwerkrand haken is dat je tijdens de eerste toer gemakkelijk een paar steekjes kan uithalen en overnieuw kan doen als het niet helemaal naar wens zit.

Toer twee gaat hetzelfde als toer één: Je begint met twee lossen en haakt dan een vaste om een losse van toer één, een losse en dan een vaste om de volgende losse van toer één, een losse en een vaste om de volgende losse van toer één, een losse, een vast om de volgende losse van toer één………..enz. Sluit deze tweede toer met een halve vaste in de tweede losse van het begin. Klaar!

De afwerkrand rond de hals gaat hetzelfde als bij de armsgaten. Het beste maak je het begin ergens op een schouder.

Het officiële patroon is te vinden in het Katia boek no. 81 “Holidays”.