Haakpatroon Strepentrui

Met de zomer in aantocht en soms toch ook frisse avonden is dit een heerlijke sweater. Volledig gehaakt van katoen garen. Ga snel aan de slag en kies je eigen favoriete kleuren combinatie. 🌈

Je hebt nodig: 11 bollen Catania katoen en van elke contrast kleur 1 bol, en haaknaald no 4

Koop al je Catania katoen bij Breiwebshop

Werkwijze: Het voorpand en het rugpand wordt van links naar rechts gehaakt. Het is belangrijk dat je eerst een proeflapje haakt in het patroon en dit minimaal 2 dagen laat rusten, want haakwerk krimpt en anders is straks jou trui te klein.

Meet aan de hand van jou proeflapje hoeveel steken je op 10 cm breedte hebt. (Bij mij waren dat er 21) Bepaal hoe lang je de trui wilt hebben Bijvoorbeeld: je hebt 17 steken op 10 cm en je wilt je trui 60 cm lang hebben, dan doe je 6 x 17 steken = 102 steken. Je begint dan dus met een lossen sliert van 102 lossen + 2 keerlossen = 104 lossen. Naderhand wordt er nog een klein boordje onderaan de panden gehaakt dus de trui wordt nog ietsjes langer. Houd daar rekening mee.

Maak een tekening

Vul je maten in

Schouders: Ik heb mijn schouders iets schuin af laten lopen, dus zodra je met je pand begint (van links naar rechts) ga je ook direct meerderen voor de 1e schouder. Ik heb verdeeld over de 1e schouder 10 steken gemeerderd en over de 2e schouder (aan het einde van je pand) dus 10 steken verdeeld geminderd.

Het strepen patroon: De bolletjes toer (toer 5) wordt de ene keer met crème gehaakt en de volgende bolletjes toer met een fantasie kleur (kleur naar keuze). Ook de losse / vasten toer die na deze gekleurde bolletjes komt, haak je met dezelfde fantasie kleur.

De hals: Ik heb bij het rugpand 6 steken onbewerkt gelaten voor de hals. Bij het voorpand heb ik een hals diepte van 15 cm aangehouden. Later haak je daar met een contrast kleur (of gewoon met crème) een mooie rand langs.

Het patroon:

Maak een lossen ketting + 2 keerlossen met haaknaald no 4 (ik ben met 111 + 2 steken begonnen)

Toer 1: Haak stokjes in elke losse, begin in de 4e losse. Eindig met een half stokje in de laatste steek.

Toer 2: Haak een losse / vaste toer. Begin met 1 losse en een vaste in de eerste steek, dan telkens *1 losse, een steek overslaan, 1 vaste*, ** herhalen en eindig met 1 vaste in de laatste steek.

Toer 3: Maak een kant stokje (of 3 begin lossen), *haak 2 stokjes samen om de losse tussen de vasten in, haak (1 stokje, 1losse, 1 stokje) om de volgende losse tussen de vasten in*, ** herhalen en eindig met een half stokje in de laatste steek.

Toer 4: Haak een losse / vaste toer. Begin met 1 losse en een vaste in de eerste steek, dan telkens *1 losse, een steek overslaan, 1 vaste*, ** herhalen en eindig met 1 vaste in de laatste steek.

Toer 5: Haak een bolletjes toer. Begin met een kant stokje en dan om elke losse, tussen de vasten in, een 3 nop (omslaan, lus ophalen, omslaan, lus ophalen ,omslaan, lus ophalen, omslaan en door alle lussen halen, 1 losse). Eindig met een half stokje in de laatste steek.

Toer 6: Haak een losse / vaste toer. Begin met 1 losse en een vaste in de eerste steek, dan telkens *1 losse, een steek overslaan, 1 vaste*, ** herhalen en eindig met 1 vaste in de laatste steek.

Toer 7: Maak een kant stokje, *haak 2 stokjes samen om de losse tussen de vasten in, haak (1 stokje, 1losse, 1 stokje) om de volgende losse tussen de vasten in*, ** herhalen en eindig met een half stokje in de laatste steek.

Toer 8: Haak een losse / vaste toer. Begin met 1 losse en een vaste in de eerste steek, dan telkens *1 losse, een steek overslaan, 1 vaste*, ** herhalen en eindig met 1 vaste in de laatste steek.

Toer 9: Haak een stokjes toer. Haak om elke losse (tussen de vasten in) en in elke vaste een stokje. Eindig met een half stokje in de laatste steek.

Toer 2 t/m 9 telkens herhalen

Het rugpand

Het rugpand dubbel gevouwen

De mouwen: Deze worden elk apart gehaakt, begin bij de pols. Ik heb voor de pols 20 cm omtrek aangehouden. Ik ben begonnen met een kleur (lila). Als ik halverwege de mouw ben haak ik het boordje (losse/vaste toer) aan de pols met crème. Wanneer ik het begin eventueel toch iets te wijd vind kan ik hier altijd nog een paar steken minderen of een dunnere haaknaald gebruiken.

Je berekend zelf even aan de hand van je proeflapje met hoeveel steken je de mouw moet beginnen (ik ben met 48 lossen begonnen) en met hoeveel steken je moet eindigen. Het verschil tussen die twee deel je door 2 en je weet dan hoe vaak je, gedurende het haken van de mouw, moet meerderen. (Ik heb elke 2e en 4e toer gemeerderd, dit was telkens een losse/vaste toer). Mijn mouwen waren aan de bovenkant 42 cm.

Afwerking: Je sluit de schoudernaden, je sluit de zijnaden (tot op 21 cm na voor de mouw of zo groot als jou mouw is). Je sluit de mouwnaden. (Ik heb dit aan elkaar gehaakt)

Langs de hals heb ik een toer losse/vasten gehaakt en aansluitend een toer kreeften steek. Je kunt dit in een contrast kleur doen of gewoon in crème. In de hoeken haak je 2 steken samen.

Langs de panden heb ik een zelfde boord gehaakt als bij de mouwen.

Speld de mouwen netjes verdeeld in de panden en zet zet vast met een stiksteek.

Plaats een reactie